Wet van Parkinson

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Cyril Northcote Parkinson (Barnard Castle, 30 juli 1909 – Canterbury, 9 maart 1993) was een Britse marine-historicus en auteur van een zestigtal boeken, waarvan de meest beroemde zijn bestseller Wet van Parkinson was, die er toe leidde dat hij beschouwd wordt als een belangrijk geleerde op het gebied van het openbaar bestuur.

Werk breidt zich uit tot de tijd die beschikbaar is of wordt gesteld voor zijn voltooiing.
De vraag naar iets zal zich altijd aanpassen aan de maximale beschikbaarheid ervan.
Parkinson leidde zijn 1e wet af van twee observaties bij het ambtenarenkorps:
– Een manager/ambtenaar wil in plaats van meer rivalen meer ondergeschikten.
– Een manager/ambtenaar creëert werk en ze houden elkaar bezig.

Het bureaucratische systeem heeft in zichzelf behalve overleg en traagheid nog een regelmaat n.l. mits niet in staat van oorlog “dat het aantal tewerkgestelden met 5% tot 7% per jaar toeneemt onafhankelijk of het werkaanbod gelijk blijft, afneemt of geheel verdwijnt.”

De Wet van Parkinson voorspelt de steeds hoger wordende piramide van de regeringsbureaucratie en de onvermijdelijkheid van het toenemen van personeel. Of er nu meer werk, minder werk of helemaal geen werk is. Het bureaucratische systeem laat maar weinig toe, en is vanuit zichzelf afkerig van veranderingen, waar de ambtenaar als eerste aan onderhevig is en lijdt! De ambtenaar  als mens lijdt vanuit zijn persoonlijke behoefte om iets te veranderen o.a. door met burgers in contact te komen. Echter een ambtenaar heeft een begrensde taakomschrijving,  hij werk met papier, hij bestaat op papier, en is een gevangen persoon op papier.